zondag 3 februari 2013

Centraal Beheer Achmea Midwintermarathon 2013 | Uitslag Hans Zevenhoven

Deze medaille verdien ik echt

Het is 3 februari. Vandaag staat de Asselerronde tijdens de Midwintermarathon op het programma, een heuvelachtig parcours van 27,5km in Apeldoorn . Sinds de halve marathon van Egmond op 13 januari heb ik niet meer gelopen. De pijn aan mijn voetzool waar ik sinds de Sylvestercross last van heb gekregen, is nog steeds aanwezig. Toch lijkt het er de laatste dagen op dat het beter gaat.
 
Het is de 40e editie van deze winterklassieker, een mooie opwarmer voor de marathon van Rotterdam. De vorige twee edities was ik aardig op weg in mijn trainingsschema naar deze marathon, maar door mijn blessure is van opbouw in mijn huidige schema geen sprake.
Met te weinig trainingskilometers start ik om 12 uur op de Loolaan, bijna achterin startvak C. Het verjaardagscadeau van Lichelle, een hesje zonder mouwen, aan om de frisse wind tegen te houden. Marianne is vandaag mijn enige supporter en heeft besloten om tijdens mijn looptijd te gaan winkelen. Het is tenslotte koopzondag in Apeldoorn. Ze heeft een rustig plekje opgezocht, ongeveer 400 meter na de start. Nou ja rustig......als het om het aantal toeschouwers gaat. Aan de overkant doet een percussieband flink zijn best om het geluid van de speaker te overtreffen. De meters daarvoor staat het vol met toeschouwers. Ik zwaai en krijg nog de aanmoedigingen door van Lichelle die haar studie de voorkeur geeft. Het is voor haar een moeilijke keuze om thuis te blijven, maar wel een terechte.
 
De route voert ons door een klein deel van Apeldoorn (Berg en Bos) en een stukje van Apenheul richting Hoog Soeren, de Asselsche Heide en de Hoog Soerense Bossen om uiteindelijk uit te komen op de Amersfoortseweg waar het pas echt gaat beginnen.



De eerste kilometers zijn, zoals altijd in een wedstrijd, druk en hectisch. Veel runners op altijd te weinig ruimte. Ieder zoekt zijn tempo, maar deze is moeilijk te vinden als je met zovelen bij elkaar loopt. Ieder zoekt zijn/haar plekje, de één duwend, de ander vermoeiend zigzaggend.
Vorig jaar wilde ik een mooie tijd neerzetten en ergerde het me dat ik de eerste kilometers niet lekker door kon lopen. Maar vandaag is dat niet het geval. Alhoewel...... die ene vrouw.....die denkt dat ze van het midden van het deelnemersveld de route wel af kan snijden naar rechts en mij 'pardoes' een duw geeft omdat ik haar geen voorrang wil verlenen. Hoezo rekening houden met. Als ik haar meedeel dat ze toch echt niet de enige op het parcours is, krijg ik de meest verschrikkelijke verwensingen naar mijn hoofd. Nu kende ik al aardig wat scheldwoorden, maar in korte tijd heb ik er toch wel een aantal bijgeleerd. Misschien had ik nog kunnen vragen of ze de woorden wilden vertalen.......

Ik heb besloten om er een rustige duurloop van te maken en loop daarna dan ook redelijk ontspannen door Berg en Bos. De eerste stijgingen gaan redelijk soepel. Ik voel wel spanning in mijn hamstrings, maar dat gevoel trekt snel weg. Het 5km-punt in Apenheul passeer ik in een nettotijd van
0.29.25. Als we domein van de apen uitkomen wacht het eerste hoempapa-orkest ons op met vrolijke noten op. Honderd meter verderop is de eerste drankpost. Aangezien ik vorig jaar last van mijn buik en darmen heb gekregen van de koude energydrank besluit ik om warme thee te drinken....nou ja.....het was....icetea.
 
De route wordt vervolgd naar Hoog Soeren. De eerste serieuze 'beklimmingen'. Ik loop redelijk soepel omhoog. Het valt me op dat ik omhoog redelijk wat runners inhaal. Op de vlakkere delen word ik door hen weer ingehaald. Het 10km-punt passeer ik in 0.59.30. Als ik dit kan volhouden, kom ik uit op een, naar omstandigheden, mooie tijd van onder de 3 uur.
 
Tussen de 10 en 11 kilometer staat de volgende drankpost. Wederom kies ik voor thee. Dit keer heerlijk warm en zelfs met suiker. Wat kan thee dan heerlijk smaken. Ik neem de tijd om rustig te drinken en merk dat mijn lichaam om meer vocht vraagt. Ik neem nog een bekertje met energydrank, me niet beseffend dat koud op warm wel eens darmproblemen kan veroorzaken. Gelukkig is dat niet het geval. De route gaat nu richting de Asselsche Heide. Wat ik me nog herinner uit de vorige twee edities is de open vlakte waar je altijd last hebt van de wind. Ook nu is dat weer het geval. Na het 11km-punt merk ik dat ik vrij eenvoudig naar een groepje toeloop. Als ik ze ingehaald heb, besluit ik om bij ze te blijven zolang we tegen de wind inlopen. Een rustiger tempo en enigszins in de luwte lopen langs de spoorlijn.
Als de bocht naar rechts draait, voel ik aandrang om naar het toilet te gaan. De marathon van Rotterdam in 2012 spookt direct door mijn  hoofd. Toen moest ik de pacers nl. laten gaan, omdat ik naar het toilet moest.
De route naar de 15km-punt gaat over een bospad of een fietspad. Van de vorige edities kan ik me herinneren dat het fietspad egaler is en soepeler loopt. Wil je inhalen, dan is het beter het bospad te nemen. Ik besluit het groepje te blijven volgen. De benen voelen zwaarder aan, maar het gelletje dat ik bij het 13km-punt heb ingenomen, geeft mij wel energie.
Ongeveer 200 meter voor het 15km-punt is de volgende drankpost. Ik besluit om toch maar naar het toilet te gaan. Maar je zal het zien...net als ik richting het toilet loop....is een andere runner me voor.
Balen....dat kost me toch snel zo'n 5 minuten. Ondanks dat ik er een rustige duurloop van zou maken, speelt de tijd toch in mijn achterhoofd mee. Mijn horloge maar stilzetten, zodat ik in ieder geval weet hoelang ik er netto over  heb gedaan.
Na ongeveer 5 minuten neem ik nog snel een bekertje warme thee en vervolg mijn route naar het 15km-punt die ik in een nettotijd van 1.29.44. Nog keurig op schema. Nu op weg door het bos naar de Amersfoorsteweg. Het valt me op dat ik, ondanks de verloren tijd, nog niet in de achterhoede van het deelnemersveld zit. De verplichte korte stop heeft mijn benen niet goed gedaan. De benen voelen loodzwaar aan. Ik houd me zelf voor dat ik dat zware stijve gevoel er wel weer uit zal lopen.
 
Als ik het bos uit kom, loopik de Amersfoortseweg op. Hier begint het pas echt. De volgende kilometers gaan omhoog richting het hoogste punt van de Asselerronde. De deelnemers voor me hebben het zwaar. Voor mij valt het, ondanks de benen, nog mee. Ik geef zelfs één van hen een schouderklopje en moedig hem aan. Als ik op 6 juni Alpe d'Huez oploop, heet dan een Hermannetje.
Bij het 17km-punt voel ik de krachten verloren gaan. Ik besluit om een gelletje te nemen. Het is daar ook weer tijd voor (elke 5km). Het gelletje is een nieuwe formule met een ongelooflijk smerige smaak. Dat ze dat durven te verkopen. Het innemen van het gelletje lukt niet goed en ik heb pijn in mijn benen....echt pijn.  Ik besluit om te gaan wandelen en mijn gelletje afgewisseld met slokjes water in te nemen.
De man die ik zojuist een Hermannetje heb gegeven, loopt mij nu voorbij. Hij kijkt me aan met een blik van 'Zojuist ging jij fris omhoog, maar nu ga ik jou wel lekker voorbij'. We zeggen niets tegen elkaar. Ook al had ik iets willen zeggen dan nog zou ik de kracht er niet voor hebben gehad. Ik probeer hem te volgen. De  route gaat richting het 20km-punt nog steeds omhoog. Ik moet helaas nog een keer gaan wandelen. Zelfs dribbelen lukt niet. In een nettotijd van 2.03.42 passeer ik het 20km-punt. Als ik op mijn horloge kijk, zie ik dat dit mijn langzaamste 5km is. Ik relativeer: het grootste deel is wel omhoog gegaan. Wederom een kopje warme thee bij de drankpost en dan de route vervolgen.
 
Op het fietspad naast de Amersfoortseweg lopen de eerste marathonlopers mij voorbij. Vorig jaar  heeft de koploper me nog ingehaald. Die is nu waarschijnlijk al over de finish heen.
Ik passeer het halve marathon-punt in een nettotijd van 2.11.31.
Naar het 25km-punt loopt het nog een klein stukje omhoog. Ik moet weer gaan wandelen, de ene na de andere deelnemer passeert me. Op het hoogste punt kijk ik achterom. Er zijn gelukkig nog deelnemers achter mij. Laatste wil ik niet worden. Ik praat op mezelf in: kracht heb je bijna niet meer, alles doet zeer, opgeven is geen optie, je gaat door op karakter, zo ga je de finish halen.
Met de man van het Hermannetje houd ik een soort van inhaalrace. Hij heeft nog tweevrouwelijke deelnemers als steun gevonden. Samen lopen ze op. Ik kan ze niet volgen, ik moet ze laten gaan. Plots valt de natte sneeuw uit de lucht. Ook dat nog. De sneeuw gaat over in regen. Ik probeer weer in mijn tempo te komen. Het lukt redelijk. Mijn benen doen pijn. Als we de Amersfoortseweg verlaten richting het Soerense plein haal ik Hermannetje weer in. Eén van de vrouwelijke deelnemers heeft meer kracht over en is in een hoger tempo doorgelopen.
Het geeft de burger weer moed dat ik ze in heb gehaald. Waar kan je je toch aan optrekken als je het moeilijk hebt. Maar nu speelt mijn maag op. Ik moet echt stoppen, omdat ik anders over moet geven.
Mijn mede deelnemers die het ook zo moeilijk hebben, halen me weer in. Het kan me niets schelen.
De verkeersregelaar bij het Soerense Plein ziet blijkbaar dat ik het moeilijk heb en vraagt of het gaat. Ik geef aan dat ik last van mijn maag heb en geen hulp nodig heb van de Rode Kruis medewerkers die langs de kant staan. Hij moedigt me aan met de mededeling dat het nu alleen nog maar een paar kilometer naar beneden is. Goed bedoeld, maar hij moet eens weten.....elke kilometer voelt als het 10-voudige.  Aan de andere kant van de weg zijn de marathonlopers bezig aan hun tweede kortere ronde.
Misschien halen zij me nog wel in.
Het 25km-punt passeer ik in 2.41.42. Ruim 38 minuten over 5km. Het kan me echt niet schelen. Als ik de finish maar haal. Om me heen heeft de ene na de andere deelnemer het moeilijk. Ik ben gelukkig niet de enige. Wandelen en dribbelend loop ik naar de laatste drankpost. Het laatste kopje thee tijdens de route doet mij maag goed. Ik kan me enigszins herpakken en als we de Amersfootseweg wederom oplopen besluit ik om achter twee deelnemers aan te lopen in de gedachte dat ik in hun slipstream de laatste twee kilometer kan volbrengen. Maar ook hen moet ik laten gaan. Ik houd mijn tempo aan die voor mij nu aangenaam voelt. De pijn in mijn benen wordt minder. Het zal wel komen, omdat ik weet dat de eindstreep nabij is. Als ik de Loolaan oploop, zie je de finish in de verte, maar is er nog een kilometer te lopen. Aan de andere kant van de weg lopen de deelnemers van de 8km die zojuist weggeschoten zijn in de regen. Op het lange rechte stuk naar de finish met de vele toeschouwers langs de kant houd ik mijn vizier op drie deelnemers voor mij. Ik haal één van hen nog in. Oh...oh...oh, wat heeft hij het ook zwaar. Ik ben nog nooit zo blij geweest om  het woord FINISH groter te zien worden, ten teken dat deze dichterbij aan het komen is. Marianne staat in de menigte vooraan. Normaal gesproken ben ik enthousiast als ik haar zie, maar nu telt alleen maar die eindstreep. Ik maak een voor mij bekend gebaar dat het niet meer lukt en loop door. Boven de eindstreep staat de klok op ruim boven de drie uur (3.08.18), maar is mijn nettotijd 2.59.49. Toch nog binnen de drie uur gebleven, maar wat is dit zwaar geweest.
 
Tot 17km ging het redelijk tot goed. Daarna ging het kaarsje figuurlijk gesproken uit en was het met een mix van lopen, hardlopen op karakter de finish halen.  De medaille die ik omgehangen krijg, voelt als een echt verdiende. Hier heb ik echt mijn best voor moeten doen, want opgeven was geen optie vandaag.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten