Het is maandag 3 juni.
Na een nachtje slapen, gaan Marianne en ik brood halen. Tijdens het lopen gisteren heb ik een bakkertje gezien en we lopen daar naar toe om twee stokbroden te halen die vele malen lekkerder zijn dan de baguettes die we in de kleine supermarkt hebben gekocht. Na het ontbijt nemen Lichelle en Esmee de tijd om zich voor de dag klaar te maken. Marianne en ik lopen naar het Palais du Sport om daar mijn startnummer op te halen. Het Palais du Sport is het episch centrum van de organisatie en alle dagen van de Alpe d’HuZesweek. Bij binnenkomst staan er een groot aantal mensen voor het loket waar de buskaartjes verkocht worden. Tot mijn grote verbazing is het loket al geopend terwijl er gisteravond op het briefje toch echt stond vermeld dat deze vanaf 12.00 uur geopend zou zijn. Het briefje waarop ik m’n planning staat, heb ik niet bij me. In de wachtrij gaan staan, heeft dus geen zin. Straks maar naar het appartement en dan nog maar een keer terug in de hoop dat ik op tijd ben voor de gezamenlijke training van vanmiddag.
VoorbereidingenNa een nachtje slapen, gaan Marianne en ik brood halen. Tijdens het lopen gisteren heb ik een bakkertje gezien en we lopen daar naar toe om twee stokbroden te halen die vele malen lekkerder zijn dan de baguettes die we in de kleine supermarkt hebben gekocht. Na het ontbijt nemen Lichelle en Esmee de tijd om zich voor de dag klaar te maken. Marianne en ik lopen naar het Palais du Sport om daar mijn startnummer op te halen. Het Palais du Sport is het episch centrum van de organisatie en alle dagen van de Alpe d’HuZesweek. Bij binnenkomst staan er een groot aantal mensen voor het loket waar de buskaartjes verkocht worden. Tot mijn grote verbazing is het loket al geopend terwijl er gisteravond op het briefje toch echt stond vermeld dat deze vanaf 12.00 uur geopend zou zijn. Het briefje waarop ik m’n planning staat, heb ik niet bij me. In de wachtrij gaan staan, heeft dus geen zin. Straks maar naar het appartement en dan nog maar een keer terug in de hoop dat ik op tijd ben voor de gezamenlijke training van vanmiddag.
Aangezien ik me goed voorbereid
heb en zowel mijn deelnemers- als startnummer voorradig heb, mag ik snel
doorlopen bij de deelnemersorganisatie. Dit in tegenstelling tot vele andere
deelnemers die hun nummer op moeten zoeken. De twee lijsten die op de tafels
liggen, hebben dan ook een lange wachtrij. We besluiten om nog even naar de
winkel te lopen voor een lange runningtight, maar in de zaal staat een flinke
wachtrij. Het heeft niet de grootste
prioriteit en dus lopen we de grote zaal in waar de kaarsen kunnen worden
besteld. Niet dat wij ze nodig hebben, maar gewoon om te kijken hoe ze dit
organiseren: je koopt een kaars en geeft met een gekleurd stickertje aan op
welke dag en in welke bocht je deze geplaatst wil zien. Later in de week hoor
ik dat je ook nog aan kan geven of je de kaars terug wilt hebben en of je deze
beneden in het dal of boven op de berg op komt halen. Wij hebben zelf onze
kaarsen bij ons die we op een plaatsje op de berg zullen geven.
Buiten nog even op de foto met
mijn startnummer en dan is het tijd om weer terug te gaan naar het appartement.
Ik pak mijn planning erbij, check nog een keer of ik het er mee eens ben, kleed
me om en ga weer terug naar het Palais des Sports om drie buskaartjes te kopen.
De wachtrij is inmiddels gegroeid. Nou ja….wachtrij….een groepje mensen staat
bij elkaar en het is niet duidelijk waar de laatste van de rij nu eigenlijk
staat. Ik sluit aan bij de groep. Even later wordt me duidelijk dat er toch
iets van een volgorde is te bespeuren en ik tussen mensen in sta die al een uur
staan te wachten. Niet helemaal eerlijk
besluit ik om toch maar te blijven staan. Als ik namelijk zie wat de gemiddelde
afhandelingstijd per persoon is, is het nog maar de vraag of ik op tijd beneden
kan zijn voor de training. Het blijkt dat vele wachtenden zich niet voorbereid
hebben en denken dat ze een kaartje kunnen kopen die de hele dag geldig is,
maar je moet juist aangeven hoeveel kaartjes je op een bepaald tijdstip wilt
hebben. Wil je dus een aantal keer pendelen of, zoals ik, meerdere keren per
dag gebruik maken van een enkele reis dan moet je plannen. En dat staan de
mensen dus te doen als ze voor het loket staan. Het systeem blijkt daarnaast
ook niet altijd even goed mee te werken en de man die het allemaal regelt,
maakt zich geen moment druk. Geef hem eens ongelijk. Hij doet immers zijn best.
Er staat twee vrijwilligers naast hem mee te kijken en deze twee vrouwen lopen
zo nu en dan uit het hokje vandaan om de wachtenden uit te leggen waarom het
allemaal zo lang duurt. Na bijna een uur wachten, ben ik aan de beurt en binnen
vijf minuten heb ik mijn buskaartjes. Nou ja…..buskaartjes…..een volledig
A4-tje met daarop de noodzakelijke gegevens. De organisatie zal zich nog eens
moeten bezinnen op deze wijze van regelen. Het is op zijn zachtst gezegd niet
klantvriendelijk.
De training
Lichelle en ik hebben tijdens het
wachten regelmatig op onze horloge gekeken en al het plan getrokken om, mochten
wij te laat zijn, mij ergens op de berg af te zetten. Marianne en Esmee staan
ons buiten in de auto al op te wachten en al snel dalen we af naar Bourg
d’Oisans. Het is druk op de berg, maar het is niet zo erg als gisteren. Toch
kom je ogen tekort om de sneller dalende fietsers in de gaten te houden. Vijf
minuten voor aanvang van de training word ik afgezet bij de ontmoetingsplaats:
camping La Piscine. Het is een grote groep die mee gaat doen. Het is gezellig
druk. Een aantal deelnemende wandelaars blijken een hoorngezelschap te zijn en
het is dan ook een muzikaal ontvangst. Al snel zie ik Geert staan. Voor hem
heeft deze week een extra emotionele lading gekregen aangezien zijn vader
enkele weken geleden aan kanker overleden is. Ook Corné is van de partij en
daarnaast vele bekenden van de trainingen. Om even over half twee heet Armand
ons welkom en legt hij het programma uit. Een lange rij runners en wandelaars
loopt na zijn korte introductie naar het startpunt. Ook hier een korte uitleg:
de tent die ’s morgens vroeg open is, het startterrein en de route naar de
berg.
Voor ik het weet zetten de voorsten de lange rij in
beweging. We lopen de weg die we zojuist gewandeld hebben nu runnend, voorbij
camping Piscine naar bocht 22. Deze bocht telt niet mee in de 21 bochten die we
omhoog moeten lopen, maar als je deze bocht voorbij bent, gaat het al snel 14%
steil omhoog. Het zonnetje schijnt en de temperatuur is goed. Weinig wind en
het beetje wind dat er is waait niet aan deze kant van de berg. Het is de
eerste kilometers dan ook warm. In een rustig tempo loop ik naar de eerste
bocht: bocht 21. De bocht niet helemaal aan de binnenkant nemen, maar tegen het
midden van de weg. Daar is het minder steil en kan je even kort herstellen. Wat
voor de fietsers geldt, geldt ook voor de lopers. Op weg naar bocht 20 kijk ik
achterom en zie ik dat Geert enkele meters achter me loopt. Ik wacht hem op en
samen lopen we door. Bij iedere bocht wordt er op elkaar gewacht tot aan bocht
16. We zijn dan in La Garde gearriveerd en hebben de eerste steile kilometers
achter ons. Dit zou het einde van de training moeten zijn, maar die zou dan
maar een half uur duren. Voor mijn gevoel te kort en met mij denken er nog meer
zo over. Ook Geert. Hij wil tot bovenaan lopen. Corné besluit om met de
wandelaars mee terug naar het dal te gaan. Als we La Garde uitlopen richting
bocht
15 gaat het nog steil omhoog, maar na die eerste zware kilometers vallen deze reuze mee. Ik loop dan ook met enige souplesse en gemak naar boven.
Samen
met Geert die in zijn eigen tempo loopt. Als we bocht 13 passeren zien we een
wielrenner op de betonnen afscheidingsrand van de weg zitten. Een met pijn
vertrokken gezicht en zijn ene arm die de ander ondersteunt. Toeschouwers
houden een parapluutje boven hem. In deze bocht schijnt de zon uitbundig en is
het warm. Ik vraag me af of deze wielrenner, als hij een deelnemer is, woensdag
of donderdag nog wel mee kan doen. Wat zou dat ongelooflijk balen zijn als je
voor het goede doel hier bent en in de training jezelf zo blesseert dat je niet
mee kan doen. Hij is in goede handen en we lopen door richting bocht 12. In dit
deel kom je een aantal watervalletjes tegen. Het smeltwater uit de bergen valt
met flinke kracht in kleine stromen van de berg. Een mooi gezicht en rustgevend
geluid. Het is, ondanks de drukte op de berg, rustig. Het enige dat je hoort
zijn de aanmoedigingen en op sommige plaatsen heerst er een serene rust. In
combinatie met het zonnige weer zou je het bijna hemels kunnen noemen. Op weg
naar bocht 12 worden we ingehaald door een grijze auto met drie gillende dames.
Verhip…..het zijn de dames Zevenhoven die met de boodschappen in de auto de
berg oprijden. In een kort vraag en antwoordspel is het voor hen snel duidelijk
dat ik, in tegenstelling tot we afgesproken hebben, niet mee zal rijden maar de
hele berg op ga lopen. Het merendeel vindt het onverstandig en ziet mij liever
rust houden. Als ik bocht 12 gerond heb, zie ik in de verte de auto en de dames
langs de kant staan. Even op de video en de foto. Een
15 gaat het nog steil omhoog, maar na die eerste zware kilometers vallen deze reuze mee. Ik loop dan ook met enige souplesse en gemak naar boven.
mooi moment om even te
stoppen en te wachten op Geert. Als Geert kennisgemaakt heeft met mijn gezin
lopen we samen weer de berg op, maar al snel loop ik van hem weg. Geert heeft het zwaar. In bocht 11 staan de
runners te wachten. Als Geert weer bij is en even kort gerust heeft, is het
tijd om verder naar de top te gaan. We lopen door naar bocht 7. De bocht bij
het kerkje nog voor Huez. Mijn benen voelen nog steeds goed. Langzamerhand neem
ik afstand van Geert die delen gaat wandelen. Als ik in bocht 7 sta te wachten,
haalt de grijze Scenic me in. Zij rijden door naar het appartement en wij…..wij
lopen weer door…..naar Huez. Ieder weer in zijn eigen tempo. Ik heb me
voorgenomen om de groep voor me niet te willen volgen en me eigen tempo te
lopen. Ze nemen dan ook vrij snel afstand. In Huez wacht ik Geert op om hem het
waterpunt aan te wijzen. We drinken nog wat en vervolgen dan onze weg. Dit deel
van de berg is bekend voor me. Hier heb ik gisteren ook gelopen. Voor Geert
gaat het kaarsje langzaam uit en hij geeft aan dat ik maar in mijn eigen tempo
omhoog moet lopen. Terwijl hij gaat wandelen, loop ik in een rustig tempo
omhoog tot bocht 6 waar de groep op me staat te wachten. Vanaf deze bocht
besluiten we om in één stuk naar de finish te lopen. Het eerste deel kan ik ze
nog goed volgen, maar de benen lopen vol…..worden zwaar…..heel zwaar en even
voorbij de Marmot moet ik ze toch laten gaan. Het is inmiddels frisser geworden.
De zon is grotendeels achter de wolken verdwenen en de wind doet in dit deel
goed zijn best. Armand probeert me nog wel de pijn als een fijn gevoel te laten
ervaren, maar ik krijg mezelf toch niet zover om daarin mee te gaan. In mijn
eigen tempo, eerst wandelend dan weer runnend, loop ik naar boven. Het mooie
van de laatste bochten is, dat je elkaar continu in het zicht hebt. Zowel naar
boven als beneden kijkend. Ik zie ze dan ook gestaag afstand van me nemen.
Bocht 4……bocht 3 ….. bocht 2….de fotograaf staat er weer
om foto’s te maken……de
groep voor me zie ik het laatste deel omhoog lopen…..bocht 1 en dan in een steil
stuk richting Alpe d’Huez. De groep is niet meer in zicht. Ik kijk omlaag, maar
waar ik ook kijk, Geert zie ik niet aankomen. Even vraag ik me af of ik hem nog op moet wachten, maar
de vermoeidheid wint het van het geduld. Ik wil naar de finish en rusten. Bovenaan
staat en zit weer een grote menigte en ook nu wordt iedereen weer aangemoedigd.
Wederom een fantastische binnenkomst. Je waant je nu al een winnaar. Maar ik
ben er nog niet. Onder het tunneltje door…..omhoog naar bocht 0…..de Bas
Mulderbocht……nog een stuk omhoog en dan is het alleen maar afdalen tot de
rotonde waar ik rechtsaf ga naar de finish……klein stukje omhoog en dan richting
het Palais des Sports. In het laatste deel haal ik één van de runners in de
groep voor me nog in. Samen lopen we vanaf het dalende stuk in een rustig tempo
tot het einde. Bij en in het Palais des Sports is van de groep voor me geen
spoor te bekennen. Van saamhorigheid is op het einde niet veel te merken. ’s
Avonds hoor ik van Armand dat de meesten
bezweet waren, last hadden van de kou en naar een warme douche of
bad wilden. Ook dat is te begrijpen. Ik loop tevreden maar vermoeid naar het appartement. Na 1/3 deel heb ik vandaag de hele berg beklommen. Donderdag wil ik dat vier keer gaan doen. Zoals ik er nu over denk, mag ik blij zijn als het er maximaal drie gaan worden, want deze hele beklimming is zwaar…..heel zwaar.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten